Ketikoti (ook wel geschreven als Keti-koti of Keti Koti) is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken.
Op 1 juli 1863 schafte het Koninkrijk der Nederlanden met de Emancipatiewet de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen.
Er kwamen ruim 45.000 oorspronkelijk Afrikaanse slaven vrij, van wie 34.441 slaven in Suriname. Sindsdien wordt het einde van de slavernij elk jaar op deze dag gevierd, ook al werden slavenhouders voor elke slaaf met 300 gulden schadeloos gesteld, terwijl de vrijgemaakte slaven zelf niets kregen en hun werk nog tien jaar verplicht op contractbasis moesten blijven doen.
In Suriname heet deze dag officieel Dag der Vrijheden, maar de feestdag wordt ook wel informeel Kettingsnijden genoemd. Het is een feest voor alle inwoners en niet alleen voor de nazaten van de slaven.
Onderdeel van de festiviteiten is Bigi Spikri ('Grote Spiegel'), een kleurige parade in feestelijke en vaak traditionele kledij, waarbij de vrouwen vaak kleine witte parasols met zich meedragen.
bron: Wikipedia
Wat is Keti Koti?
ANP
Koning Willem-Alexander zal tijdens de herdenking van de slavernij op 1 juli het woord voeren. Haagse bronnen bevestigen een bericht daarover van RTL Nieuws. Mogelijk zal hij daar zijn excuses aanbieden voor het slavernijverleden, maar dat is nog niet definitief.
Op 1 juli is het precies 150 jaar geleden dat er daadwerkelijk een einde kwam aan de slavernij. Op 19 december vorig jaar bood premier Rutte namens de Staat al zijn excuses aan voor het Nederlandse slavernijverleden. Hij zei toen dat de Nederlandse overheid jarenlang slavernij mogelijk heeft gemaakt, gestimuleerd, in stand heeft gehouden en ervan heeft geprofiteerd.
Rutte zei toen ook dat de koning op 1 juli bij de herdenking in Amsterdam (Keti Koti) aanwezig zou zijn en dat die zich zeer betrokken voelt bij het onderwerp. Veel nazaten van slaafgemaakten willen graag dat behalve de premier ook de koning excuses maakt.
Rond de verontschuldigingen van eind vorig jaar was er veel kritiek op de gang van zaken. Toen uitlekte dat 19 december de dag zou worden dat het kabinet excuses zou aanbieden, voelden organisaties van nazaten zich overvallen. Zij wilden liever 1 juli als dag van verontschuldigingen. Veel onderzoekers en nazaten waren achteraf overigens tevreden over de toon van de toespraak van de premier.
nos.nl
19 dec 2022 Toespraak van premier Mark Rutte
*
Keti Koti: op veel plekken wordt de afschaffing van slavernij herdacht
Nationale Herdenking 2021
Nationaal Archief Vanaf nu zijn 1,9 miljoen archiefstukken over de slavernij online te zien. Van journalen en inkooplijsten tot bestuursdocumenten.
Een lijst met de goederen die de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) betaalde voor slaven. Links staan de goederen, rechts hun waarde. Dus: 128 Slaaplakens à 17 stuivers is in totaal 108 guldens en 16 stuivers. Foto Nationaal Archief.
Soms werd een mens gekocht met een koperen ketel, soms met een staaf ijzer. Messen en geweren waren ook in trek bij de handelaren die op de Afrikaanse westkust hun waren van vlees en bloed sleten aan Nederlandse slavenhandelaren. De lijst met goederen die zijn betaald voor de ‘Inkoop van slaaven’ is een pagina lang; het is de boekhouding van de verkoop van honderden mensen die via schepen van de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) zouden belanden in koloniën in de Amerika’s.
Dit vel papier is een van de 1,9 miljoen archiefstukken die sinds deze vrijdag online te bekijken zijn op nationaalarchief.nl/slavernijverleden. Op deze website zijn onder meer archivalia te vinden van de MCC, de West-Indische Compagnie (WIC) en de Sociëteit van Suriname. De collectie bevat documenten als besluiten van het lokale, koloniale bestuur, scheepsjournalen en brieven.
De nieuwe webpagina gaat het onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden enorm vooruit helpen, denkt Johan van Langen. Hij is programmaleider internationale erfgoedsamenwerking bij het Nationaal Archief. „Het wordt nu makkelijker om connecties tussen verschillende documenten te vinden.”
Hij geeft een voorbeeld. „Stel dat je geïnteresseerd bent in een bepaald slaventransport van Afrika naar Zuid-Amerika. Dan zou je op verschillende plekken kunnen zoeken naar informatie. Bestaat er een scheepsjournaal over de tocht zelf? De administratie van het slavenfort Elmina, waarvandaan deze reizen vaak vertrokken, bevat mogelijk informatie over de tot slaafgemaakten. Bij aankomst in Suriname werden ze gekeurd en verkocht. Zijn er delen van administratie van de verkoop van de tot slaafgemaakten van het schip? Vervolgens zou men kunnen zoeken in de boekhouding van de plantages waarop deze mensen terechtkwamen. Deze documenten liggen in hun fysieke vorm verspreid over meerdere archieven, maar via de website heeft een onderzoeker alles meteen bij de hand.”
In totaal bevat de nieuwe database ongeveer 450 meter aan archiefstukken. De papieren van de MCC en WIC zijn hiervan met 100 respectievelijk 77 meter de grootste deelarchieven. Het scannen hiervan is niet het meest tijdrovende en kostbare werk geweest, aldus Van Langen. „Dat was het restaureren van al deze papieren, zodat ze überhaupt gedigitaliseerd konden worden.”
Het werk zit er nog niet op, mede vanwege de coronapandemie, zegt Van Langen. „We wachten bijvoorbeeld nog op scans van de National Archives in Kew. Daar ligt onder andere de ‘Rodney Roll’, genoemd naar de Britse admiraal die in 1781 Sint Eustatius op Nederland veroverde. Hij beschouwde dat hele eiland – inclusief de slaafgemaakten – als een prijs die onder zijn mannen moest worden verdeeld. Daarom maakte hij een nauwkeurige inventaris van zijn buit.”
De ontsluiting van het materiaal wordt het komend jaar verder verbeterd, zegt Van Langen. „De computer leest nu alle handschriften met behulp van letterherkenningssoftware. Dat gaat erg goed; de foutmarge ligt inmiddels onder de 5 procent. Dat maakt het mogelijk om metadata als persoonsnamen, scheepsnamen en kalenderdata aan de documenten te hangen. We werken nu aan een manier om dit zo toegankelijk mogelijk te presenteren.”
Iedereen die vermoedt dat hij voorouders had die in slavernij leefden, kan met de nieuwe website op zoek naar de omstandigheden waarin zij moesten bestaan. Dat betekent niet dat je eenvoudig genealogisch onderzoek kunt doen, benadrukt Van Langen „Omdat tot slaafgemaakte personen geen achternamen kregen, zelden gedoopt werden en tot 1830 ook niet op andere wijzen geregistreerd werden, blijft dit soort genealogisch onderzoek een forse uitdaging.”
NRC.nl
Statistieken
Het slavernijverleden en het excuus-dilemma
ONZE KOLONIALE ERFENIS
Kolonialisme is niet iets van het verleden. Het heeft de wereld gevormd: onze fysieke, mentale en persoonlijke wereld. Kolonialisme leeft door tot op de dag van vandaag. In de tentoonstelling ‘Onze koloniale erfenis’ kijken we naar de Nederlandse koloniale geschiedenis en aanwezigheid, in Indonesië, Suriname, Curaçao, Sint Maarten en nog veel meer landen. Je krijgt niet de ‘bekende’ geschiedenis te zien en te horen, er is meer.
De tentoonstelling laat zien hoe kolonialisme de wereld van nu mede heeft gevormd, en hoe mensen kolonialisme doorstonden. Leer hoe mensen probeerden hun eigen levens te creëren, in opstand kwamen en de baas probeerden te blijven over hun eigen leven. Sta jij open voor een meerstemmig verhaal met verschillende perspectieven?
www.tropenmuseum.nl/nl/zien-en-doen/tentoonstellingen/onze-koloniale-erfenis
Afschaffing van de slavernij
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Rode U
Doe mee met de grote JubileumPuzzel. Vind alle negen letters, maak het woord en win prachtige prijzen! Clubs 25 jaar!
Op 1 juli 1863 werd de slavernij in Suriname en op de voormalig Nederlandse Antillen afgeschaft. Jaarlijks wordt tijdens Keti Koti de afschaffing van de slavernij gevierd en herdacht. Maar zolang de overheid 1 juli niet erkent als nationale vrije dag, neemt Nederland ook geen verantwoordelijkheid voor deze gedeelde geschiedenis. Het is daarom tijd om 1 juli te erkennen als officiële vrije dag!
Door Afran Groenewoud nu.nl
Wetenschappers in Aruba, Curaçao en Sint-Maarten krijgen tot 2027 in totaal 375.000 euro voor onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden. Het demissionaire kabinet heeft vergelijkbare bedragen gereserveerd voor onderzoekers in de voormalige koloniën Suriname, Indonesië en Zuid-Afrika, zegt het tegen NU.nl.
Demissionair minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) wil de kennissamenwerking tussen Nederlandse universiteiten en die in de voormalige koloniën bevorderen. De bewindspersoon vindt het problematisch dat wat tot nu toe bekend en onderzocht is, vooral is geschreven vanuit Nederlands perspectief.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) laat aan NU.nl weten dat de ambassadeurs van Suriname, Indonesië en Zuid-Afrika ook "heel enthousiast" zijn over een gezamenlijk wetenschappelijk onderzoeksprogramma. "Het moet wel heel gek lopen wil dat niet doorgaan."
Tijdens kennismissies in de drie voormalige Nederlandse koloniën heeft Dijkgraaf met wetenschappers over het gedeelde slavernijverleden gesproken, zegt hij tegen NU.nl. Daardoor is de minister overtuigd geraakt van de toegevoegde waarde van een buitenlandse blik op het Nederlandse slavernijverleden.
"Voor een dieper begrip hoe dat verleden nu nog doorwerkt, heeft het meerwaarde om juist op die plekken en met die experts onderzoek te doen", legt Dijkgraaf uit vanuit Aruba, waar hij op kennismissie is. "Samenwerking met hen gaat onze blik verruimen."
Het is nog niet bekend hoe het internationale onderzoeksprogramma er precies uit komt te zien, maar kennisdeling is het uitgangspunt. Daarbij kan worden gedacht aan het opzetten van een onderzoeksnetwerk, reizende tentoonstellingen, een boek en een start- en slotconferentie, zegt OCW. Ook Nederlandse wetenschappers krijgen daarbij een rol.
"De minister slaat de spijker op de kop, want de perspectieven vanuit de voormalige koloniën zijn te vaak vergeten", reageert voorzitter Linda Nooitmeer van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis enthousiast. "Als je op de plaatsen delict van de slavernij samen met lokale wetenschappers onderzoek gaat doen, kun je de verhalen van onze gedeelde geschiedenis beter vertellen."
Onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden wordt ook mogelijk in Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, die samen Caribisch-Nederland vormen. Hier heeft het demissionaire kabinet apart budget voor beschikbaar.
Afran schrijft over ongelijkheid in de maatschappij en koloniale geschiedenis. Lees hier meer verhalen van Afran.
Historicus Frank Dragtenstein, die is gespecialiseerd in slavernij en koloniale geschiedenis, zegt dat het perspectief vanuit de voormalige koloniën in veel onderzoek ontbreekt. "Dat het kabinet dit nu wil veranderen, valt alleen maar toe te juichen", zegt hij tegen NU.nl. "Hierdoor kunnen ook de mensen in die gebieden zich beter vinden in de geschiedschrijving over hun landen."
Historicus Coen van Galen heeft voor zijn archiefonderzoek naar de voormalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen veel samengewerkt met lokale wetenschappers. Ook hij is enthousiast over het initiatief van het kabinet.
"Het meeste onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden is in of vanuit Nederland gedaan", licht Van Galen toe aan NU.nl. "Ook al wil je het niet, dat levert toch een voornamelijk Nederlandse blik op."
Van Galen waardeert dat Dijkgraaf de daad bij het woord voegt en het perspectief op slavernij vanuit de voormalige koloniën ruimte geeft. "Dat is goed voor meer begrip van de doorwerking van het slavernijverleden in het heden."
1 juli 2023 Koning Willem-Alexander zegt sorry voor slavernij
Door Afran Groenewoud nu.nl
01 jul 2023
Koning Willem-Alexander bood zaterdag excuses aan voor het Nederlandse slavernijverleden. Dat hij dat in zijn toespraak persoonlijk maakte, kwam aan bij de aanwezigen in het Amsterdamse Oosterpark.
Willem-Alexander vroeg ook om vergiffenis voor het slavernijverleden van zijn eigen voorouders. Dat had Linda Nooitmeer, de voorzitter van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee), nooit verwacht, zegt ze tegen NU.nl.
Naast de woorden van de koning was Nooitmeer ook heel blij met de emoties en het applaus waarmee het publiek daarop reageerde. "Een enorme steun in de rug."
"Dit vond ik heel mooi", reageert Angelique Duijndam vanuit Middelburg namens Keti Koti Zeeland. "Het koninklijk huis heeft via de woorden van Willem-Alexander verantwoordelijkheid genomen."
Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, was na de toespraak van Willem-Alexander zichtbaar emotioneel. "Dit was schitterend. Vooral dat de koning om vergiffenis vroeg voor het Nederlandse slavernijverleden raakte mij. Je zag dat hij zijn woorden echt had doorleefd."
Door de woorden van de koning kreeg Rajendre Khargi, de Surinaamse ambassadeur in Nederland, het vertrouwen dat rond het slavernijverleden verbinding kan komen tussen Nederland en de voormalige kolonie. "Dit was een ijzersterke toespraak. Dit biedt vertrouwen voor de toekomst."
Ook vanuit Suriname kwamen vooral positieve reacties. "De koning heeft uit het hart gesproken en is weer verder gegaan dan de woorden van premier Mark Rutte afgelopen december", zegt Armand Zunder namens de Nationale Reparatie Commissie Suriname. "Dit is een belangrijke stap voorwaarts in het proces van erkenning en herstel."
Johan Roozer van het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernijverleden noemt de woorden van Willem-Alexander vanuit Paramaribo "sympathiek". Toch had hij ook gehoopt op een gebaar richting nazaten van tot slaaf gemaakte mensen in de vorm van bijvoorbeeld een herstelfonds.
Hortence Verbond uit Amsterdam-Zuidoost zat al uren van tevoren klaar voor de toespraak van koning Willem-Alexander.
Foto: Afran Groenewoud
Net als Khargi was ook Rene Violenus, gevolmachtigd minister van Sint-Maarten, aanwezig bij de toespraak en legde een krans bij het Nationaal monument slavernijverleden. "Het deel van de toespraak waarin de koning vergiffenis vroeg, vond ik heel sterk", reageert hij. "Door deze woorden kunnen we met zijn allen vooruitkijken."
Ook directeur Lionel Martijn van Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders werd geraakt door de woorden van Willem-Alexander. "Het was een mooie, oprechte toespraak. Helemaal mooi was het geweest als de koning niet alleen in het Surinaams maar ook in het Papiaments had gesproken."
Het publiek was eveneens onder de indruk. Dat gaf de koning na afloop van zijn toespraak een hartstochtelijk applaus. Door de regen waren tranen lastig te herkennen, maar rode ogen waren er genoeg onder de massaal toegestroomde belangstellenden.
Veel mensen wilden heel graag dat Willem-Alexander zelf excuses zou uitspreken. Dat gold vooral voor nazaten van tot slaaf gemaakte mensen en inwoners van voormalige Nederlandse koloniën. Zij zien de koning als hét symbool van de Nederlandse Staat.
Zaterdag kwamen de excuses dus ook uit de mond van de koning. Hij sprak de woorden uit bij het Nationaal monument slavernijverleden in het Amsterdamse Oosterpark. Bij dat monument vindt ieder jaar op 1 juli de nationale herdenking van het slavernijverleden van Nederland en voormalige Nederlandse koloniën plaats.
Dit jaar is het op 1 juli precies 150 jaar geleden dat de slavernij in Suriname ook in de praktijk werd afgeschaft. Die historische Surinaamse gebeurtenis staat bekend als Ketikoti. Op de voormalige Nederlandse Antillen heet de dag Dia di Abolishon.
In gesprek met NU.nl vertelde Willem-Alexander in februari nog dat excuses uit zijn mond er niet zouden komen, omdat die excuses al namens de Nederlandse Staat waren aangeboden. In de podcast Door de ogen van de koning herhaalde de koning dit standpunt.
Op Koningsdag zei Willem-Alexander dat hij eerst een lopend onafhankelijk onderzoek naar de rol van het Huis Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis wilde afwachten. De koning gaf vorig jaar zelf de opdracht tot dat onderzoek, dat drie jaar zou duren.
beeld ANP
Door Afran Groenewoud
19 dec 2022
Het kabinet geeft de tot slaaf gemaakte verzetsheld Tula (onbekend-1795) ruim tweehonderd jaar na zijn dood eerherstel. Hier lees je over zijn leven en zijn strijd voor vrijheid.
Tula's geboortedatum is onbekend. Hij leefde in de achttiende eeuw in slavernij op Curaçao. Nederlanders deelden de lakens uit op het Caribische eiland.
Jarenlang werkte Tula als slaaf op de plantage Kenepa in het westen van Curaçao. Op 17 augustus 1795 stopte hij daarmee uit protest tegen het leven als slaaf, samen met zo'n veertig andere tot slaaf gemaakte mensen.
Tula en zijn medestanders eisten hun vrijheid op bij plantage-eigenaar Caspar Lodewijk Van Uytrecht. Onder leiding van onder anderen Tula groeide de opstand tot ongeveer tweeduizend mensen die hun vrijheid eisten.
De vrijheidsstrijders trokken naar de gouverneur van Willemstad, de hoofdstad van Curaçao. Het was de grootste opstand van tot slaaf gemaakte mensen in het Caribisch deel van het Nederlands Koninkrijk.
De koloniale machthebbers sloegen de slavenopstand met grof geweld neer. Tula wist te ontsnappen, maar werd verraden en toch opgepakt.
De koloniale machthebbers martelden Tula tijdens een schijnproces. Uiteindelijk legde hij een gedwongen bekentenis af. Hij kreeg de doodstraf.
De autoriteiten vermoordden Tula op een gruwelijke manier. De verzetsheld stierf op 3 oktober 1795 na een openbare executie.
Het hoofd van Tula werd na zijn executie op een paal tentoongesteld. Daarnaast stond volgens de overlevering een bord waarop te lezen was: 'Tula, opperhoofd van de moordenaars, oproerlingen, plunderaars en brandstichters.'
Tula's processtukken zijn bewaard gebleven. "Wij zijn al te zeer mishandeld. Wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid", werd opgetekend uit zijn mond.
Het monument ter ere van verzetsheld Tula.
Foto: ANP
Ieder jaar op 17 augustus herdenkt Curaçao met Dia Di Lucha Pa Libertat, ook wel Tula-dag genoemd, het verzet tegen slavernij. Op Curaçao staat nu een monument ter nagedachtenis aan de verzetsheld.
Tula is in 2010 op Curaçao uitgeroepen tot nationale held. Hij kreeg toen ook eerherstel op het eiland.
De Canon van Nederland verwijst naar Tula. "Hij is uitgegroeid tot symbool voor vrijheid, verzet en identiteit", zegt stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCAN) over de verzetsheld.
OCAN-directeur Lionel Martijn benadrukt tegenover NU.nl dat Tula niet de enige vrijheidsstrijder was. Sommige zogenoemde 'huisslaven' probeerden bijvoorbeeld hun 'meesters' te vergiftigen.
In 2013 kwam de film Tula: The Revolt uit, met Obi Abili in de titelrol. Andere rollen in de film over het leven van de verzetsheld waren er voor onder anderen Jeroen Krabbé, Danny Glover, Natalie Simpson en Derek de Lint.
Op Curaçao is een museum vernoemd naar Tula. Het is gewijd aan het Afro-Curaçaose erfgoed. Het museum kreeg het financieel moeilijk door de coronapandemie en moest uiteindelijk de deuren sluiten.
nu.nl